BEGRIPPENLIJST

Theater Oostpool - COCK - © kurt van der elst

Let op! Woorden en betekenissen zijn altijd in beweging. Soms veranderen woorden zodat ze beter aansluiten op onze samenleving. Er zijn niet altijd eenduidige betekenissen. Gebruik woorden waar jij en de ander zich prettig bij voelen.

Aseksueel – Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen.
Biseksueel – Mensen die zich aangetrokken voelen tot meerdere geslachten.
Cisgender – Mensen bij wie de genderidentiteit overeenkomt met het geslacht waarmee die is geboren. De term ‘cis’ komt uit het Latijn en betekent ‘aan deze kant’, tegenover ‘trans’ wat ‘aan de andere kant’ betekent. De meeste mensen zijn cisman of cisvrouw: zij zijn geboren als man of vrouw en voelen zich ook zo.
Diversiteit – Betekent verscheidenheid. Een diverse klas is een klas met uiteenlopende leerlingen. Het kan hier gaan om allerlei vormen van verscheidenheid, zoals leeftijden, kleur, religie, kennisniveau en gender.
Fluïditeit – Als je voorkeuren of eigenschappen door te tijd veranderen en flexibel zijn. Gemarginaliseerd – Een groep mensen die door de norm of een machthebbende partij stelselmatig minder belangrijk en invloedrijk wordt gemaakt.
Genderfluïde – Mensen die geen vaste genderidentiteit ervaren. De ene dag voelen zij zich meer mannelijk en de andere dag meer vrouwelijk of ertussenin of beiden.
Gender non-conformiteit – Mensen die zich niet houden aan gendernormen die zijn gesteld door de samenleving.
Heteroseksueel – Mensen die zich aangetrokken voelen tot mensen van het andere geslacht. Homoseksueel – Mensen die zich aangetrokken voelen tot mensen van hetzelfde geslacht.
Identiteit – Alle aspecten wat maakt dat je bent wie je bent.
Inclusiviteit – De gedachte dat iedereen gelijkwaardig is en meetelt. Het niet buitensluiten van anderen. Interseksueel – Mensen die met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken geboren zijn. Zij hebben een mix van wat typisch ‘man’ of ‘vrouw’ is. Iemand met een intersekse conditie kan bijvoorbeeld een baarmoeder hebben en een piemel, of borsten en baardgroei. Dit lijkt misschien vreemd maar het komt erg veel voor: ongeveer 10 procent van alle mensen is interseksueel. Dat zijn evenveel mensen als mensen met rood haar.
LHBTIQA+ – Afkorting die staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse en queer, en + voor alle andere identiteiten.
Non-binair – Mensen die zich niet thuis voelen bij het label ‘man’ of ‘vrouw’ of een ander geslacht. Zij voelen zich een beetje van allebei of voelen zich thuis bij een ander geslacht.
Panseksueel – Mensen die zich aangetrokken voelen tot het karakter of persoonlijkheid van de ander, wat iemands genderidentiteit of biologische geslacht ook is.
Queer – Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich liever niet als man, vrouw, hetero, homo, bi of … identificeren.
Transgender – Mensen die zich niet volledig kunnen identificeren met het geslacht wat zij bij geboorte hebben gekregen.

Terug