Filosofisch gesprek over rouw en AI

Naar aanleiding van het nagesprek kan nog dieper op de thematieken van de voorstelling in worden gegaan. Een belangrijk onderwerp in de voorstelling is de vraag ‘kan kunstmatige intelligentie helpen bij rouwverwerking?’. En daarnaast: wat maakt iets menselijk? Is pijn soms ook goed?
Gebruik één of meerdere van deze vragen om het gesprek aan te gaan. In een filosofisch groepsgesprek hoeft niet iedereen te spreken, zolang men maar met aandacht bij het gesprek blijft. Ook hierbij is het belangrijk dat er geen ‘goed’ of ‘fout’ bestaat. De vragen kunnen klassikaal gesteld worden maar eventueel ook in duo’s of kleine groepen.
Hieronder is een mogelijke opzet van het gesprek. Voel je niet verplicht dit zo over te nemen, maar gebruik vooral wat bij jou en de klas van toepassing is.
Doel van het gesprek: Jongeren aanzetten tot nadenken over de rol van kunstmatige intelligentie in rouwverwerking, de voordelen, risico’s en ethische vragen die hierbij komen kijken.
Introductie (5-10 minuten):
- Leg kort uit wat rouw is en hoe het een proces is dat mensen doormaken na verlies.
- Introduceer kunstmatige intelligentie (AI) en hoe dit een rol kan spelen in verschillende aspecten van het leven, bijvoorbeeld in het verwerken van rouw. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de informatie onder het kopje ‘Wat is AI?’
- Leg uit dat we gaan nadenken over de vraag: Kan kunstmatige intelligentie helpen bij rouwverwerking?
Filosofische Startvragen (15-20 minuten):
Stel bijvoorbeeld een van onderstaande vragen:
- “Wat is ‘verdriet’ voor jou, en hoe denk je dat een robot of AI dit zou kunnen begrijpen of voelen?”
Doel: Dit vraagt de jongeren om na te denken over de menselijke ervaring van rouw. Wat is het nu precies, en kan een kunstmatige entiteit dit echt begrijpen of ervaren, of blijft het altijd iets dat de AI simpelweg simuleert?
- “Stel je voor dat AI je kan helpen herinneringen op te halen van een overleden persoon. Zou dat helpen in je rouwproces, of zou het je pijn doen omdat die persoon niet echt meer ‘daar’ is?”
Doel: Dit stimuleert het nadenken over hoe AI kan helpen door herinneringen levend te houden (bijvoorbeeld door gesprekken met een digitale representatie van de overledene), maar ook over de mogelijke valkuilen hiervan, zoals het versterken van het gemis of de verwarring tussen werkelijkheid en kunstmatig gegenereerde herinneringen.
- “Is het ethisch verantwoord om een AI te creëren die probeert om het verlies van een geliefde te ‘vervangen’ door bijvoorbeeld hun persoonlijkheid na te maken? Waar ligt de grens tussen behulpzaam en ongepast?”
Doel: Dit roept vragen op over de ethiek van AI in de context van rouw. Wanneer wordt AI een hulpmiddel voor heling, en wanneer wordt het iets dat de werkelijkheid ontkent of zelfs een emotioneel risico vormt?
Gesprek (20-30 minuten):
- Laat de leerlingen hun gedachten en meningen delen. Stimuleer hen om zowel de voordelen als de gevaren van AI in rouwverwerking te verkennen.
- Vraag door: Wat zou het betekenen voor je rouwproces als een AI je niet echt zou kunnen troosten, maar alleen maar zou kunnen helpen herinneren?
- Hoe zou AI je kunnen helpen om niet te vergeten, maar niet te blijven vastzitten in het verleden?
Afsluiting (5-10 minuten):
- Samenvatting van de belangrijkste inzichten die naar voren zijn gekomen.
- Vraag of jongeren denken dat AI in de toekomst een rol zal spelen in rouwverwerking, en zo ja, in welke vorm dat zou moeten zijn.
- Laat hen nadenken over de ethische vraag: Wat maakt ons als mensen uniek in ons omgaan met verlies, en waar ligt de rol van technologie daarin?
Valkuilen om eventueel te benoemen in het gesprek:
- Verlies van authenticiteit: Kan het gebruik van AI om herinneringen op te roepen ervoor zorgen dat we vergeten hoe we op een natuurlijke manier rouwen?
- Emotionele afhankelijkheid: Kan het gevaar ontstaan dat mensen zich te veel gaan hechten aan digitale representaties van overledenen, in plaats van het verlies te verwerken?
- Grens tussen realiteit en simulatie: Wanneer wordt het gebruik van AI onethisch, bijvoorbeeld als het menselijke interactie vervangt in plaats van ondersteunt?