Na afloop van de voorstelling

Wolfgang, het wonderjong - Theateralliantie & Theater Oostpool - © Sanne Peper

Je hebt met je klas de voorstelling Wolfgang, het wonderjong gezien. Na een voorstelling is het goed om met je leerlingen te spreken over wat ze hebben meegemaakt. Op deze manier verbinden je leerlingen wat ze gezien hebben in de voorstelling, aan hun eigen persoonlijke leven en dat van hun klasgenoten.

Benadruk dat iedereen andere dingen heeft gezien en dat het juist interessant is om dat te onderzoeken. Vermijd vragen die gaan over ‘goed’ of ‘fout’ (“Welke acteur vond je het beste?” “Wat vond je het raarste aan de voorstelling?”). Vraag naar wat je leerlingen uit de voorstelling hebben gehaald, wat hen heeft geraakt en onderzoek de verschillen met elkaar.

Bespreek onderstaande vragen met je leerlingen:

  • Waar ging de voorstelling volgens jou over?
  • Wat heeft je het meest geraakt?
  • Wat is je het meest bijgebleven?
  • Met welk personage voelde jij je het meest verbonden? Hoe kwam dat?
  • Zou jij graag zo beroemd willen worden als Wolfgang? Waarom wel of niet?
  • Waarom denk je dat Wolfgang wel succes had en Nannie niet?
Terug